dinsdag 23 april 2013

Cynthia


“Zit Cynthia in jouw tas?”
“Nee.”
“Mmm…”

Ik graai ongecoördineerd in mijn te volle rugzakje waar mijn zonnebril al uitgevallen is. Mijn woordenboekje Nederlands - Spaans moet het ook ontgelden en valt in ’t gras waar zojuist onze twee tentjes nog stonden. We laten de camping aan het strand vandaag achter ons. Op het strand telden we de afgelopen dagen al liggend in de hete zon onze luxeproblemen. Zoals de nét iets te harde wind van de zee, dat we straks nog wel zeker tweehonderd meter terug moeten lopen naar de tent en over onze nog nét iets te witte benen vergeleken met onze al veel te bruine gezichten. De loomheid als gevolg van de zon en het zand zit nog in onze lichamen terwijl we onze auto volladen voor weer een nieuw stukje van onze reis.

Ik voel met mijn vingertoppen en mijn ogen dicht in een opeenhoping van bonnetjes, drie pakjes zakdoekjes, twee pennen en een verfrommeld suikerzakje van dat ene leuke restaurantje in Barcelona. Het lijkt inmiddels wel jaren geleden dat we daar waren. De  klassieke ‘De-tijd-vliegt-als-je-het-naar-je-zin-hebt’ – ervaring maakt zich van mij meester.

“Es no divertido..”, zegt Annika met een Duits accent. We schieten allebei in de lach. Horst zou eens moeten weten. Enkele weken geleden volgden we in Granada een week lang een Spaanse taalcursus. We deelden het klaslokaal met Alex, een Brit die elke dag een opsomming maakte van het aantal alcoholische drankjes die hij de vorige avond had genuttigd, en Horst. Horst – steevast uitgesproken als ‘Gorst’ door onze docenten Jesus en Maria -  komt uit Duitsland en werkte als ingenieur voor BMW. Inmiddels is hij gepensioneerd en reist met zijn vrouw kriskras over de wereld. Eén onderdeel van de reis is het leren van Spaans. En Horst plus Spaans is Spaans mét een Duits accent. Mocht je nu in de gelegenheid zijn, probeer even hardop uit hoe het klinkt. Maar niets dan goeds over Horst. Op mijn verjaardag deden we een Tour de Tapas met de taalschool en Horst en zijn vrouw waren erbij. Met een bosje bloemen voor mijn verjaardag. Dat is nog eens divertido.

--

“Heb je haar al?”
“Ja, ze zat nog in het handschoenenvakje”.

Soms vraag ik me af waar we zonder Cynthia zouden zijn. Letterlijk dan. Terwijl wij ons concentreren op de Spaanse wegen, de frequente bumperklevers proberen weg te kijken in onze achteruitkijkspiegel en schaamteloos meezingen met Hitzone 1 t/m 17, vertelt ze ons in haar altijd kalme gemoedstoestand dat we nu toch echt moeten omkeren om nog bij onze bestemming aan te komen. Ze kent altijd nóg een alternatieve route en wordt niet boos als je voor de zesde keer dezelfde rotonde rondrijdt omdat het uitzicht zo mooi is.

Natuurlijk kunnen we elkaar soms niet uitstaan. Dan ben ik moe, schijnt de laagstaande zon precies in mijn ogen en dan zegt ze dat we links moeten terwijl die weg allang niet meer blijkt te bestaan. En dan zeg ik wel eens gemene dingen tegen haar waarop zij dan een tijdje zwijgt. Maar zo gaat dat nu eenmaal in relaties. We vinden elkaar altijd wel weer terug. Of de weg in dit geval.