maandag 23 juli 2012

Onbereikbaar


Ik schrijf deze blog met de hand. Dat is niet omdat de elektriciteit al vier dagen is uitgevallen in Ntobroso. Dat gebeurt regelmatig namelijk. Deze keer gebruik ik mijn laptop niet, omdat Myriam en ik er even tussenuit zijn en we onze laptops niet mee hebben genomen. Even een vakantiegevoel!

Waterfietsen met Myriam (links)!
We bevinden ons aan Lake Bosumtwi, ontstaan door een meteorietinslag, ongeveer veertig kilometer buiten Kumasi. Er zijn overal andere ‘blanken’ en we hebben net een frisse duik genomen na een rondje waterfietsen. Wij zijn na wat weken dorpsleven al blij met een echte douche en een toilet waar je op kunt zitten, laat staan hoe onze gezichten gaan staan als we voor ons dessert kunnen kiezen uit pannenkoekjes met ijs of met vers fruit…

Het is een wereld van verschil met de afgelopen weken die we doorbrachten in Ntobroso. Het waren weken vol met gesprekken met boeren, rijst met tomatenprut of wit brood met gekke boter, hangen onder de ‘bereik’-boom, douchen in de open lucht en elke avond onze vaste wandeling - met ook elke avond dezelfde vaste begroetingen - over de weg die door ons dorp loopt. Het voelt werkelijk al een beetje als thuis.


Koken op vuur


De 'badkamer' met in groen de douche en linksachter het 'toilet'



Waar ik wel keer op keer tegenaan loop zijn de grote problemen met bereikbaarheid. Je moet je voorstellen dat in Ntobroso bijna alleen maar bereik is voor je telefoon – en dan niet eens vol bereik – onder de ‘bereik’-boom. De boom bevindt zich pal naast de waterpomp en er is dus altijd volk, dag en nacht. Het betekent dat als je hier wegloopt bij de boom, je direct niet meer kunt bellen of gebeld kan worden. Het sturen van een sms’je is trouwens af te raden aangezien het merendeel van de inwoners hier analfabeet zijn. En als ze wel kunnen lezen, dan heb je nog grote kans dat ze de kleine lettertjes op hun schermpje niet kunnen lezen, omdat ze geen geld hebben voor een bril. Als ze dat sms’je überhaupt hebben ontvangen, ze zitten immers niet altijd onder de boom. Dat mensen niet kunnen lezen en schrijven maakt het ophangen van posters met aankondigingen ook zinloos. En stel je nu even voor dat je deze mensen wilt verzamelen op één plek voor het geven van een training over Fair Trade.




Wat je wel elke ochtend – als er elektriciteit is – hoort, zijn dagelijkse aankondigingen door een luidspreker. Het staat erg hard, vergelijkbaar met het geluidsniveau in een uitgaansgelegenheid in Nederland en het duurt minstens twee uur. Mocht je als inwoner van Ntobroso hebben gehoord van de Fair Trade training in Achiase even verderop en je wilt er naartoe, dan is er nog een obstakel van onbereikbaarheid. Er zijn weinig tro-tro’s en de weg is erg slecht, met overal kuilen en stenen. Als het regent worden ze zelfs onbegaanbaar. Dan kun je Ntobroso dus helemaal niet eens uit. 



De Bereik Boom
En dan ga je maar weer zitten onder de ‘bereik’-boom. Dan klets je wat met de mensen die water komen halen. Je steekt je mobiel wat in de lucht en je wacht. Je wacht op een telefoontje en als het niet komt, dan ga je maar weer naar huis. Morgen weer een dag. Weer een dag in Ntobroso.















Fair Trade Training in Butumuroso



Ntobroso met linksonder onze kamer met witte 'deur'


Logboek voor boeren om de verkoop van hun cacao bij te houden

Groepsdiscussie in Adobewura


Gold Mining Site



Graven naar goud onder toezicht van een Chinese manager

zondag 8 juli 2012

Terug naar de Basis : Ntobroso


Ik zit in mijn vierde week in Ghana, de tijd vliegt werkelijk voorbij. Inmiddels heb ik het luxe expat-verblijf in Accra tijdelijk achter me gelaten en ben ik verhuisd naar Ntobroso, een cacaodorpje in het Ashanti gebied. De reis naar Ntobroso duurt een dag, eerst ruim vijf uur naar Kumasi, daarna nog vier uur in een hobbelend busje naar de echte binnenlanden van Ghana. Het leven in Ntobroso is compleet andere koek dan mijn leventje in Accra. Ruim een week geleden at ik nog kreeft tijdens een ‘expat-dinertje’ waar ik mee naartoe mocht ; dat voelt nu als een onwerkelijk verleden.


Onderweg

Ntrobroso met zijn 1500 inwoners gaat helemaal terug naar de basis. Daarmee doel ik zowel op de leefstijl (geen sanitair of waterleiding, alleen een put) als op de hectaren vol cacaobomen en de cacaobonen die overal in de zon liggen te drogen. Uiteindelijk zullen deze bonen transformeren tot chocoladerepen in de schappen van de Albert Heijn. Dit is de plek waar het allemaal begint.


Agro Eco
Ntobroso is zowel de naam van het dorp als de naam van een van de projecten waar Agro Eco (AE) nu sinds drie jaar werkzaam is. Deze internationale organisatie werkt in heel Ghana aan het invoeren van onder andere Fair Trade bij cacaogemeenschappen in Ghana. Het project bestaat uit vijf gemeenschappen - waar Ntobroso er één van is - die met hulp van AE het label Rainforest Alliance en Organic hebben gekregen. Ze zijn momenteel bezig met trainingen voor en door boeren over Fair Trade en hopen aan het einde van dit jaar ook echt die certificering te krijgen. Het is de bedoeling dat AE zich uiteindelijk terugtrekt en dat de gemeenschappen zelfstandig worden in het controleren en behouden van hun certificering. Dat controleren, internal inspection, gebeurt door Field Officers. Dit zijn door de gemeenschap gekozen boeren die de farms regelmatig bezoeken en eventuele ongeregeldheden met de desbetreffende boer bespreken en proberen te verhelpen.




Myraim (rechts) en ik proberen fufu

Precies nu ik hier in Ghana ben, is er ook een Franse stagiaire, Myriam, die de komende drie maanden onderzoek doet voor AE in Ntobroso. Door wat geluk en een beetje brutaliteit van mijn kant, heeft AE ons nu samen ondergebracht in het dorp en heb ik als stagiaire direct toegang tot alle Field Officers, cacaoboeren, noem maar op. Het is een heel bijzondere kans en ik pak hem dan ook met twee handen aan! Voordat ik daarover meer schrijf, wil ik eerst terugkomen op het interview wat ik in mijn eerste week met Kodjo Senah.

Eerlijkheid in de Ghanese cultuur
Kodjo Senah, directeur van de faculteit Sociology aan de Legon University in Accra heeft me tijdens een levendig gesprek een aantal belangrijke dingen verteld over het concept van eerlijkheid binnen de Ghanese cultuur. Hij legde me uit dat het er in Ghana veel meer om gaat wie je voor je hebt en dat ook de omstandigheden invloed kunnen hebben op wat wel of niet als eerlijk wordt beschouwd. Familie is in Ghana ontzettend belangrijk, die gaat voor alles. Bovendien is er geen sociaal zekerheidsysteem zoals wij dat kennen en ben je als je ziek bent of oud volledig afhankelijk van de steun van je familie. Het is volgens Kodjo, zelf 100 % Ghanees, absoluut ondenkbaar te liegen tegen je familieleden. Heb je echter iemand die niet tot je familie behoort, dan gelden er andere regels.

Soms valt de electriciteit uit..
Zo mag je als taxichauffeur best aan mij, een buitenstaander, meer geld vragen voor een rit als dit geld bestemd is voor je familie. Andersom geldt dat een vrouw die bananen verkoopt op de markt haar neef juist net iets minder mag laten betalen. En dan is er ook nog de rol van religie: vanuit het perspectief van veel Ghanezen in het Zuiden van Ghana, is God degene die bepaalt wat je wel en niet krijgt. Als jij door een beetje liegen wat meer geld hebt verdiend, betekent dat dat God die heeft geluisterd naar jouw gebeden voor wat meer inkomsten voor je familie. En je kunt ook altijd nog zondag in de kerk aan God opbiechten dat je hebt gelogen en hopen dat hij je vergeeft.


Kodjo heeft vaak gelachen om mijn verbaasde gezicht. Ik merk dat eerlijkheid hier niet zozeer draait om gelijkheid en de waarheid vertellen, zoals ik dat heb geleerd. Dat ik lieg dat ik getrouwd ben, ziet Kodjo dan ook niet als iets schaamtevols. Binnen de Ghanese context, en zeker in wat traditionelere kringen zo verteld hij, komen vrouwen van mijn leeftijd (al 25 ;-) die niet getrouwd zijn snel onverantwoordelijk over.
Ik vraag hem tenslotte hoe ik er als buitenstaander het beste mee om kan gaan dat de cacaoboeren het wellicht geoorloofd vinden om aan mij niet altijd de waarheid aan me te vertellen. Hij benadrukt dat ook liegen een vorm van communicatie is die heel veel kan vertellen en zegt daarna met een glimlach dat ik altijd terug mag komen voor meer vragen. Nogmaals bedankt Kodjo Senah voor een geweldig gesprek!

Ntobroso
En dan nu weer terug naar Ntobroso waar de chocolade begint.

Drogende cacaobonen in Ntobroso
De reis van Kumasi naar Ntobroso is zestig kilometer, maar je doet er ongeveer vier lange uren over. Dit komt door de slecht begaanbare zandwegen vol gaten, plassen water en stenen en de busjes, tro-tro’s, die in ontzettend slechte staat zijn en in Nederland allang afgekeurd zouden zijn. Hier rijden ze nog en ze zijn bovendien tot de nok toe volgepropt zijn met mensen, dieren, fruit, cassave en nog veel meer. Myriam en ik wonen in huis bij een cacaoboer en al zijn familie, een stuk of vijftien mensen in totaal. De boer, Andrews, is heel behulpzaam en te herkennen aan zijn blauwe overal en laarzen. Myriam en ik delen een kleine kamer met allebei een matras en klamboe tegen de malariamuggen. Om ons te wassen moeten we zelf water halen bij de waterpomp naast ons huis en ongeveer tweehonderd meter het bos in lopen om ons daar achter een cementen afscheiding te ‘douchen’:
ik schep met mijn handen telkens wat koud water uit de emmer in een poging al het rode zand van me af te spoelen. De laatste golf water gaat in één keer over mijn hoofd en dan kan ik er weer even tegenaan.

Ons nederig onderkomen in Ntobroso
Bij de ‘douche’ is ook het ‘toilet’. Dit is een lemen hutje met een gat in de grond. Gekookt wordt er op hout en de maaltijd bestaat voor ons elke dag uit rijst met een nog onduidelijke soort vis en tomatensaus. Er is wel elektriciteit, maar er is alleen bereik op mijn telefoon onder de boom bij het huis. Onder deze ‘bereikboom’ verzamelen zich de hele dag mensen die met hun mobieltjes in de lucht het signaal opvangen. Naast het huis liggen cacaobonen te drogen en kippen en geiten scharrelen overal tussendoor. Hier wonen is precies wat je als antropoloog going native noemt.





De Cacaoketen
Inmiddels krijg ik een steeds beter beeld van de cacaoketen. Hier volgt een verkorte beschrijving, voor meer informatie kun je de bijgevoegde websites raadplegen. Een cacaoboer brengt zijn oogst – na een proces waar ze de bonen laten fermenteren (= vergisten) en drogen - naar de Purchasing Clerk, de PC. Die bevindt zich in het dorp. Een PC is in dienst van een Licensed Buying Company, LBC. Dit zijn boerenassociaties - de bekendste is Kuapa Kokoo - die de cacaobonen doorverkopen aan de Cocoa Marketing Company (CMC).
In Ghana is de cacaosector deels geliberaliseerd. CMC is onderdeel van Cocobod, het staatsorgaan dat als enige cacao exporteert en ook jaarlijks de vaste prijs vaststelt. De LBCs en de Private Buying Companies (PBCs) zijn het particuliere gedeelte van de cacaosector. De CMC verzamelt alle cacaobonen voordat ze worden doorverkocht aan een koper in bijvoorbeeld Nederland.


Rijpe cacaovruchten oogsten


In Gesprek
De komende weken ga ik samen met Myriam allerlei boeren ontmoeten, we gaan met ze in gesprek, we mogen we mee op internal inspection en ondertussen zullen we proberen mee te draaien in het leven van alledag in Ntobroso. Daar wordt trouwens elke dinsdag een geit wordt geofferd tegen de kleine geest, fetish, die hier al sinds mensenheugenis is en die je kwaad kan doen als je op dinsdag naar je land gaat. Op dinsdag blijven alle boeren dus thuis. Hierover de volgende keer meer, als ik uitgebreider heb gesproken met de stamoudste. 

De Chinezen
De volgende keer zal ik ook schrijven over de vele Chinezen die in Ntobroso wonen en daar al vijf jaar lang machinaal - en waarschijnlijk illegaal - naar goud graven. Ik zal het hebben over de grote gevolgen hiervan voor het land, de cacao en de gemeenschap.
Over eerlijkheid gesproken in deze context, wat is eerlijkheid voor een cacaoboer die probeert Fair Trade-certificering te krijgen terwijl zijn land tegelijkertijd bedreigd wordt door de illegale handel van buitenstaanders?

Zie voor meer informatie:





Andrews op internal inspection

  
Cacao in de vrucht

Fermenteren/Gisten


Mijn 'bed'

Andrews bij het huis

Field Officers in vergadering in de dorpskerk


Het typische rode zand