Ik ben weer in Accra.
Af en toe check ik de datum op mijn telefoon om me ervan te
verzekeren dat het echt bijna september is. Het voelt namelijk alsof ik hier
nooit weggeweest ben. Als ik me ’s ochtends douche in de badkamer op drie meter
afstand van mijn bed, is het haast niet voor te stellen dat ik kortgeleden nog
water moest pompen in een emmer om er een paar honderd meter mee the bush in te lopen om me daar te
wassen tussen geiten, kippen en bananenbomen. Vorige week voelde het helemaal
als een ander leven, toen ik met een groepje expats van rond de dertig uit
onder andere Libanon en Duitsland met een glas champagne in club ‘Duplex’ stond
te dansen tot vroeg in de ochtend. Het is duidelijk een reis van contrasten.
ABOCFA
Contrast was er ook tussen Ntobroso en ABOCFA, het project
wat ik vorige week vijf dagen bezocht. ABOCFA - dat bestaat uit dertien kleine
nederzettingen, hamlets, van
cacaoboeren - werkt sinds 2007 met Agro Eco samen en heeft zowel een biologisch als
een Fair Trade keurmerk. Ik wilde dit project graag bezoeken omdat het me
zinvol leek om meer dan één project te zien waar ze zich richten op
certificering. En natuurlijk omdat ze hier de Fair Trade certificering al
binnen hebben in plaats van nog in training te zijn zoals in Ntobroso. Ook leuk
om te weten is dat Tony Chocolonely dit jaar zijn cacaobonen bij ABOCFA heeft
gekocht! Bij ABOCFA lijken ze inmiddels wat gewend aan het ontvangen van gasten
uit Europa. Zo kwam ik ‘op z’n Ghanees’ voor de eerste ontmoeting een uur te
laat, terwijl alle vertegenwoordigers van het project wel op de afgesproken
tijd klaar zaten in hun kantoortje. Het aantal huwelijksaanzoeken bleef ook
hangen op een schamele vijf voor de hele week.
Ik samen met de ABOCFA vertegenwoordigers met rechts Juliet de penningmeester in Tony Chocoloneley T-shirt |
Met FO Lanoor in the bush |
FO Kofi Asante bij zijn lievelingsboom |
Ik was onder de indruk van ABOCFA. Hoewel de problemen die
naar voren kwamen net zoals in Ntobroso vrijwel allemaal te maken hebben met
het gebrek aan geld, was men in staat mij in goed Engels te woord te staan en te
vertellen hoe graag ze de problemen willen aanpakken. Er was een kantoor waar iedereen dagelijks binnenliep en waar in de kast keurig opgestapeld voor elke
boer een mapje lag waarin hun oogst, problemen en andere zaken werd bijgehouden.
Het feit dat er in de omgeving geen spoor is van galamsy, het illegaal graven naar goud, draagt waarschijnlijk wel
bij aan de ontwikkeling van het project. In Ntobroso zitten de handel in goud
en cacao elkaar in de weg, terwijl in ABOCFA er enkel ruimte is voor cacao.
Fair Trade Premium
Dit jaar ontvangen de boeren voor ’t eerst hun Fair Trade
premium. Om gecertificeerd te worden als Fair Trade is het noodzakelijk dat er
een vereniging wordt gevormd met vertegenwoordigers van de gemeenschap. Deze
vertegenwoordigers, zelf ook cacaoboer, zijn met posities als voorzitter,
secretaris en penningmeester verantwoordelijk voor het besteden van het
premium. Het bedrag dat ze jaarlijks ontvangen gaat voor de helft direct naar
de boeren. Hiermee kunnen de boeren hun plantages onderhouden. De andere helft van
het premium moet worden gebruikt voor een collectief doel, bijvoorbeeld het
bouwen van een ziekenhuis. Dit laatste is wat elke boer die ik heb gesproken
graag zou zien in zijn gemeenschap. Het merendeel van de boeren is boven de vijftig
jaar oud en het meest dichtbij gelegen ziekenhuis is in Suhum, op meer dan een
uur reizen van de meeste hamlets. Het
premium van dit jaar was onderweg naar de bankrekening van de vereniging. Het
komt er dus echt aan.
Boeren drogen hun cacaobonen na fermentatie |
Op de dag van mijn vertrek, dit keer was ik wel op tijd, heb
ik afsluitend nog eenmaal met alle vertegenwoordigers om de tafel gezeten om te
bespreken wat ik had gezien. Na veel handen schudden en lachen stapte ik daarna
in een stoffige taxi terug naar Accra. Dit was het dan. Met het achter me laten
van ABOCFA sluit ik de periode van het leven in een Ghanese cacaogemeenschap
af. Maar helemaal voorbij was mijn onderzoek nog niet, want hoewel ik nu wel
weet hoe cacaobonen groeien, fermenteren, drogen en worden verkocht, wist ik
nog altijd niet hoe die cacaobonen Ghana verlaten om elders chocoladerepen te
worden.
Zakken met cacaobonen in Tema |
Cocoa Liquor
Om hier achter te komen moest ik naar Tema, een havenstad
net buiten Accra. Hier bracht ik samen met Myriam en Willem-Albert een bezoek
aan een kleine fabriek, Commodities
Processing Industries (CPI). CPI verwerkt cacaobonen tot cocoa liquor. Dit is het eindproduct dat
wordt geëxporteerd en bijvoorbeeld in Europa wordt verwerkt. Voordat we de
ruimtes waar alle machines in stonden mochten betreden, kregen we jassen
aan, een netje over ons haar en een mondkapje voor. De eisen wat betreft
hygiëne liggen hier duidelijk anders dan in Ntobroso. Het rook overal vaag naar
chocolade en het was er lawaaierig en warm. In de twee ruimtes, de red zone en de white zone, worden de cacaobonen ontdaan van hun schil, gebrand,
gemalen en verhit tot de cocoa liquor
die in dozen van vijfentwintig kilo
wordt gespoten, klaar om te worden verscheept. De substantie kan worden
verwerkt tot chocoladerepen, bonbons etc., maar ook tot producten als zeep en
bodylotion.
Dozen waar de cocoa liquor in wordt gespoten |
Het bezoek aan CPI was een mooie manier om mijn veldwerk
hier in Ghana af te sluiten. Ik heb het hele proces van boon tot exportproduct
met mijn eigen ogen gezien. Ik heb geprobeerd het leven te leven dat een
Ghanese cacaoboer hier heeft en ondertussen geluisterd naar hun ideeën over eerlijk
zijn. Ik ben benieuwd hoe het voelt om straks weer chocolade te kopen in de
Nederlandse supermarkt waar het kant en klaar in oneindig veel varianten in de
schappen ligt.
Cocoa Liquor |
Aan alles kom een …
En nu zit ik weer in Accra. Met onbeperkt internet, toegang
tot alle informatie die ik zoek, met een supermarkt om de hoek waar ik kan
kopen wat ik wil en zelfs ’s avonds in huis bij Sander en Elke op BVN – het
Beste van Nederlandse en Vlaamse televisie – het NOS journaal. Het is vreemd,
maar ook normaal tegelijk.
De komende weken die me hier in Ghana nog resten ga ik
vooral genieten. Mijn moeder stapt aanstaande maandag in het vliegtuig om mij
hier op te zoeken. Het wordt haar eerste keer naar Afrika. Ik kijk er
ontzettend naar uit! We gaan samen tien dagen rondreizen om daarna weer samen
terug te vliegen naar Nederland. En we reizen met stijl in een auto met
chauffeur. Dit in tegenstelling tot de volgepropte, krakkemikkige tro-tro’s die
ik inmiddels gewend ben. Ik zal me wederom moeten aanpassen. Mijn aantekeningen
en interviews laat ik even voor wat ze zijn. Dat komt wel weer als ik terug ben
op Hollandse bodem.
En mijn blog? Die houd ik aan. Ik vond het erg leuk om elke
keer zo’n verhaal op te schrijven en er reacties op te krijgen. En hoewel mijn
tijd in Ghana er bijna opzit, valt er altijd nog genoeg te onderzoeken in
Nederland over chocolade en eerlijkheid. Of eens iets totaal anders. Jullie horen wel weer van me!
Heel veel zakken cacaobonen! |
veel plezier deze laatste dagen samen met Christine!!! lieve groet, Ank
BeantwoordenVerwijderen